Wat gebeurt er nadat het ontwerpbestemmingsplan met de daarbij behorende onderzoeken ter inzage zijn gelegd?
Nadat een ontwerpbestemmingsplan ter inzage is gelegd, kan een ieder gedurende zes weken zijn of haar zienswijze naar voren brengen tegen het ontwerp. De zienswijze wordt vervolgens door de gemeente van een reactie voorzien (door middel van een nota van beantwoording).
Soms worden degenen die een zienswijze naar voren hebben gebracht nog gehoord door de raad (dit is niet wettelijk verplicht). Vervolgens zal de commissie ruimte in de commissievergadering het ontwerpbestemmingsplan en de nota van beantwoording bespreken. Vaak bestaat er dan de mogelijkheid om nog in te spreken bij de raad.
Als de commissie ruimte vindt dat het ontwerpbestemmingsplan goed genoeg is voor besluitvorming zal het ontwerpbestemmingsplan worden behandeld in een raadsvergadering, waar de gemeenteraad zal beslissen over de vaststelling. Het ontwerpbestemmingsplan wordt dan bestemmingsplan.
De gemeenteraad kan het ontwerpbestemmingsplan ook (deels) afwijzen. Op dat moment zal initiatiefnemer het ontwerpbestemmingsplan moeten aanpassen op de aangegeven punten. Hierna beoordeeld de gemeente of het ontwerpbestemmingsplan alsnog kan worden vastgesteld.
Wanneer wordt het bestemmingsplan gepubliceerd en treedt het in werking?
Nadat een bestemmingsplan door de gemeenteraad is vastgesteld, moet het bestemmingsplan binnen twee weken bekend gemaakt worden en opnieuw gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. In de bekendmaking wordt vermeld dat het bestemmingsplan is vastgesteld en wanneer en waar het ter inzage wordt gelegd. Pas op het moment dat het vastgestelde bestemmingsplan ter inzage is gelegd, start de beroepstermijn van zes weken.
In deze periode kunnen belanghebbenden bezwaar aantekenen. De gemeente moet al deze bezwaren behandelen. Als de gemeente na de beoordeling van de bezwaren alsnog het plan vaststelt kan beroep worden ingesteld (in eerste en enige aanleg) bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het indienen van een beroepschrift schorst de werking van het bestemmingsplan niet. Dit betekent dat het bestemmingsplan na afloop van de beroepstermijn in werking treedt en dat een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen kan worden aangevraagd.
Om te voorkomen dat een bestemmingsplan in werking treedt, kan gedurende de beroepstermijn ook een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend. Een verzoek om voorlopige voorziening dat gedurende de beroepstermijn is ingediend, schorst de werking van het bestemmingsplan en voorkomt dus dat het bestemmingsplan in werking treedt. Indien het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen – treedt het bestemmingsplan alsnog in werking. Wordt het verzoek toegewezen, dan treedt het bestemmingsplan niet in werking totdat uitspraak is gedaan op het beroepschrift zelf.
Een verzoek om voorlopige voorziening kan alleen worden ingediend, indien ook beroep is ingesteld. Verder geldt dat een verzoek om voorlopige voorziening alleen inhoudelijk wordt beoordeeld indien sprake is van onverwijlde spoed. Dit betekent dat er niet gewacht kan worden op de afhandeling van het beroep zelf. Daarvan is sprake als een onomkeerbare situatie dreigt te ontstaan, bijvoorbeeld doordat er omgevingsvergunningen kunnen worden aangevraagd en (moeten) worden verleend. Kanttekening is wel dat indien de initiatiefnemer aangeeft dat hij zal wachten met het aanvragen van een omgevingsvergunning totdat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden, een spoedeisend belang ontbreekt.
Hoe ziet een procedure van de Raad van State er uit?
Nadat een beroepschrift is ingediend, wordt de gemeenteraad gevraagd om de op de zaak betrekking hebbende stukken toe te sturen aan de Afdeling en om een verweerschrift in te dienen. De afdeling vraagt ook of de initiatiefnemers deel willen nemen aan de procedure. Zij worden dan aangemerkt als derde-belanghebbende. Zij worden ook in de gelegenheid gesteld om via een schriftelijke uiteenzetting te reageren op het gestelde in het beroepschrift.
Vervolgens wordt een zitting gepland waar alle partijen hun standpunten kunnen toelichten en waar de Afdeling vragen kan stellen aan partijen.
Na de zitting wordt het onderzoek gesloten en doet de Afdeling doorgaans binnen zes weken uitspraak.
Wat toetst de Afdeling (bestuursrechter)?
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling oordeelt niet zelf of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen.
Wat kan de Afdeling beslissen?
De afdeling heeft verschillende beslismogelijkheden.
De afdeling kan het beroep gegrond verklaren en het besluit van de gemeenteraad vernietigen. Dat is voor jullie de best mogelijke uitkomst. Het bestemmingsplan is dan van tafel. De gemeenteraad kan dan overigens wel weer een bestemmingsplan/omgevingsplan vaststellen (met dezelfde inhoud).
De afdeling kan het beroep ook ongegrond verklaren. Zij vindt dan het besluit van de gemeenteraad juist en het bestemmingsplan blijft dan in stand.
Een andere mogelijkheid is dat het beroep wel gegrond wordt verklaard, maar de rechtsgevolgen in stand worden gelaten. Ook dan wordt het bestemmingsplan onherroepelijk.
Als de Afdeling oordeelt dat er een gebrek kleeft aan het bestemmingsplan – bijvoorbeeld omdat het besluit onvoldoende is gemotiveerd – dan kan zij ook de zogenaamde bestuurlijke lus toepassen. In dat geval geeft de gemeenteraad de mogelijkheid om het gebrek alsnog binnen een bepaalde termijn te herstellen. Slaagt de gemeenteraad hierin, dan blijft het bestemmingsplan in stand.
Hoelang duurt het voordat we een uitspraak krijgen?
Een beroepsprocedure bij de Afdeling duurt vrij lang. Rekening moet worden gehouden dat het ongeveer een jaar (soms korter soms langer) duurt voordat uitspraak wordt gedaan op een ingediend beroep. Het beslissen op een verzoek om voorlopige voorziening gaat sneller. Dan is er doorgaans slechts weken tot enkele maanden nodig om een (voorlopige) uitspraak te krijgen.